Leonardo da Vinci
Een persoonlijke noot over de ultieme homo universalis die ook nog eens het pad effende voor mijn promotie
Met mijn onafhankelijke geest ben ik niet weggelegd voor het fan-dom. Maar als ik tóch een idool aan zou moeten wijzen, dan is het zonder aarzeling Leonardo da Vinci. De ultieme homo universalis, uitgerust met de alfa-geest van de kunstenaar, het bèta-brein van de ingenieur en de gamma-geest van medisch onderzoeker. En allemaal even briljant. Zijn schilderijen en tekeningen behoren tot de beroemdste der aarde. Zijn uitvindingen zijn even ingenieus als talrijk. En dan ook nog eens een pionier in de anatomie en fysiologie.
Nu was mijn achting voor Leonardo altijd al torenhoog (ik ben zelf ingenieur en aspirerend beeldend kunstenaar), maar die bewondering bereikte een bovenmenselijk niveau toen ik begon met mijn promotieonderzoek. Ik werd geacht een computersimulatiemodel te maken voor de beweging van de aortaklep in samenhang met de stroming van het bloed. De eerste stap was uiteraard het doen van literatuuronderzoek. En wie schetst mijn verbazing dat het oudste en meeste geciteerde (alhoewel waar minst gelezen, want in oud-italiaans) artikel was van de hand van Leonardo da Vinci,
Van zoveel genialiteit kun je alleen maar ofwel gekmakend jaloers worden of eerbiedig buigen. Ik kies voor het laatste.
Meer over Leonardo da Vinci en zijn werk aan de mechanica en hydrodynamica van het hart in een relatief recent artikel van B.Boon, “Leonardo da Vinci on atherosclerosis and the function of the sinuses of Valsalva“, Neth Heart J. 2009 Dec; 17(12): 496–499